Dyslexie
Kun je niet snel lezen? Raak je steeds de regel kwijt? Draai je letters om of zie je ze dansen? Of kun je lezen simpelweg niet lang volhouden? Het heeft allemaal met je ogen te maken!
Veel mensen weten dit niet, maar scherp zien is slechts één van de vaardigheden die nodig is om goed te kunnen zien. Wanneer deze vaardigheden niet goed zijn ontwikkeld, geeft dit met name problemen bij lezen en spellen. Visuele motorische training richt zich op het trainen van deze vaardigheden. Het is een training voor volwassenen en kinderen (vanaf 7 jaar) die moeite hebben met lezen, spellen en/of schrijven (met en zonder dyslexieverklaring).
De meest voorkomende oorzaken van Dyslexie
Veel mensen met dyslexie hebben moeite met zowel het richten van de ogen (fixatie disparatie) als het gericht houden van de ogen (instabiele fixatie). Deze mensen houden niet van lezen, omdat het ze fysiek teveel moeite kost. Maar er zijn nog meer vaardigheden nodig om de informatie goed op te kunnen nemen én, beslist niet onbelangrijk, die informatie vervolgens goed te verwerken. Al deze vaardigheden zijn heel goed met visuele motorische training te optimaliseren.
Contact?
06 41012502
BLIK020
Visueel trainingscentrum
J.J. Cremerplein 60 HS
1054 TM Amsterdam
Relatie ‘zien’ en gedrag
Kinderen met visuele problemen worden vaak niet goed begrepen. ”Kijk nou wat er staat!” Ze kijken wel maar zien het simpelweg niet. Een kind dat moeite heeft met lezen door bijvoorbeeld een slechte oogsamenwerking of instabiele focus zal door elk geluid of beweging afgeleid zijn.
Deze kinderen worden vaak gezien als druk of ongemotiveerd. Dit is onterecht! Van nature wil elk kind het goed doen. Het kost de hersenen alleen zo veel energie om het dubbele en/of verspringende beeld te corrigeren, dat het lichaam zichzelf beschermt door alles aan te grijpen om weg te kijken en de hersenen rust te geven.
Omdat een kind het van nature goed wil doen, kun je je misschien voorstellen dat wanneer het fysiek niet lukt, dit behoorlijk wat frustraties met zich mee kan brengen. Want al doet het kind nog zo zijn best, het lukt hem/haar maar niet.
Sommige kinderen gaan onbewust op zoek naar oplossingen en weten de problemen (ogenschijnlijk) te compenseren. Anderen raken de frustratie niet kwijt, waardoor ze bepaald gedrag gaan vertonen; hyperactiviteit, boosheid/agressiviteit, ontwikkelen zenuwtics of trekken zich terug.